De bijeenkomst van 16 november was goed gevuld met 8 personen. We hadden twee ziekmeldingen en wederom een nieuwe aanmelding. Hein had zijn motor gekoppeld aan de schoepen van een oud waterrad. De lagers moeten nog aangeschaft worden. Ben benieuwd of dit gaat werken. Mijn turbine heb ik gepresenteerd (details zie onderstaande).
Dan gaat de discussie weer over de rem van de turbine. De variomatic versnelling van een scooter zou ik uitzoeken, dat is er echter nog niet van gekomen. In theorie zou het toepasbaar moeten zijn.
Ger heeft een andere oplossing, zij het ongeveer hetzelfde principe als de variomatic: de centrifugaal regelaar. Bij stationaire stoommachines wordt dit blijkbaar toegepast en het werkt m.b.v. de centrifugaal kracht. Deze kracht zorgt ervoor dat de twee slingers (KG) bij specifieke toerental door de buitenwaartse kracht twee koppelingsplaten op elkaar drukken.
De onderste koppelingsplaat is gefixeerd aan het frame, de bovenste koppelingsplaat meedraaiend met de turbine en op en neer beweegbaar door KG. Tussen de koppelingsplaten een veer. Afhankelijk van het toerental, het gewicht van KG en de sterkte van de veer wordt de bovenste plaat met kracht X op de onderste koppelingsplaat gedrukt wat de turbine afremt. Alweer genoeg stof tot nadenken.
Het construeren van het frame waarin de turbine gaat draaien.
Koker 40/40/3 is de maat voor deze constructie het mag ook 30/30/3 zijn. Alle delen op de tekening worden gecodeerd en dit gebeurt ook op het kokerprofiel. Alles wordt vervolgens overmaats gezaagd.
De schuine kanten worden afgetekend en dan kan alles op de definitieve maat gezaagd worden. Om een goede doorlas te bevorderen wordt een kleine negatieve correctie gehanteerd op de tekening maat, er gaat 5 mm van elke tussenmaat af. Uiteindelijk is dit het resultaat:
Dan worden de gaten voor het lagerhuis geboord.
Zorg voor nauwkeurige maatvoering. Begin met een kleine maat boor (Ø4) en schaal vervolgens stapsgewijs op naar in dit geval Ø10. Met een boor Ø14 even de scherpe randen verwijderen door een facetrandje te maken. Wel zo netjes. En zie hier het resultaat:
Nu verandert de werktekening in een lasmal.
Zorg ervoor dat de bodemplaat dik genoeg is. Ik heb een 10 mm MDF plaat gebruikt voor de tekening en deze van onder verdikt met een 18 mm plaat. Naarmate de mal groter wordt (ik heb al eens een mal van 3,60 mtr. gemaakt voor spanten) is het belangrijk dat het platte vlak ook recht blijft. Dit richt ik dan uit m.b.v. een metselkoord en voldoende body (balken) zodat hij niet krom wordt als gevolg van doorhangen. Als de maatvoering goed is zou het gelaste deel omgedraaid ook precies moeten passen in deze mal, hieruit blijkt dan de nauwkeurigheid. Check=goed, dus nauwkeurig getekend!
Optioneel is bij de laspunten een gat in de onderplaat te maken zodoende het MDF te sparen voor verbranding en de bereikbaarheid (onder/boven) te vergroten. Effectief en goedkoop is een dergelijke mal zeker. En ondanks het ‘brandbare’ materiaal toch nog vaak herbruikbaar. Het resultaat ziet er goed uit.
En dan blijkt al snel dat het wel heel werkbaar uitziet maar het uiteindelijk toch niet is. Ik had gekozen voor lagerhuizen vanwege eenvoudige montage en degelijkheid. De lagerhuizen zijn echter gevuld met vet en dit maakt de rotatie weliswaar heel ‘smooth’ maar met toch wel wat weerstand, teveel weerstand voor een dergelijk kleine turbine. Het Savonius model zou door zijn groot bladoppervlak waarschijnlijk wel gaan draaien zij het echter met relatief veel wind. Ik zal dit t.z.t. nog testen. Ik ga de lagerhuizen nu dus vervangen door groefkogellagers maar moet dan zelf de ophanging hiervoor maken of kiezen voor insertkogellagers.